De steiger
Mijn jaren met dromen verdaan,
Hoe vele ware het van leven!
O, hoe veel van mijn bestaan
Was slechts het gelogen verleden
Van een leven nog te gaan!
Starend naar wat het water vliedt
Zoek ik mij zinloos rust te geven.
Dit stromen zo naamloos, om niet,
Verbeeldt, in koude en verdriet,
't Vergeefs geleefde leven.
Hoe weinig men voor hoop kan kopen!
Welk reiken verdient het bereiken?
En een kinderbal stuit hoger,
Hoger dan ik ooit kan hopen,
Verder dan ik ooit kan reiken.
Golven der rivier, zo zacht
Dat ge welhaast geen golven zijt;
Uren, dagen, jaren, ge verglijdt
't Zij onder sneeuw of bladerpracht-
Eender aan 't einde van uw tijd.
Wat ik niet had heb ik verbruid.
Ik ben veel ouder dan ik ben.
De illusie die mij staande hield
Was slechts voor 't voetlicht koningin:
Geen koningskleed-en 't rijk is uit.
Trage wateren, zo zacht en
Hunk'rend naar voorbije oeverzoom-
Welk een slapende gedachten
Aan wat wij vergeefs verwachten!
Droom en leven-welk een droom!
Wat heb ik van mijzelf gemaakt?
Toen ik mij vond was het te laat.
Ik heb mij van mij afgewend
Als van een gek die erop staat
Te geloven wat hem wordt ontkend.
Stille wateren, zo doods en
Stromend wijl het zo moet zijn,
Neem met u mijn herinneringen
En mijn dode verwachtingen-
Dood, omdat zij sterflijk zijn.
Dood ben ik reeds, dood voor mijn uur.
Een droom slechts bindt mij aan mijn zijn
De droom, laattijdig en obscuur,
Van wat 'k had moeten zijn: een muur
Rond mijn verlaten, lege tuin.
Voorbije golven, wil mij geven
Vergetelheid in zeegeruis!
Geef wie ik niet zal zijn mijn leven,
Want ik heb een steiger omgeven
Het te bouwen huis.
Fernando Pessoa
Reacties
Een reactie posten