Naamloos
De Tao is eeuwig naamloos.
Als een onbewerkt stuk hout lijkt hij weliswaar van weinig
belang,
maar niemand ter wereld vermag het hem te onderwerpen.
Was een vorst in staat de Tao te bewaren,
dan keerde alle wezens zich spontaan tot hem.
Hemel en aarde voegden zich dan samen, om zoete dauw te
doen regenen.
Zonder dat iemand het gezag uitoefende, zou onder het volk
alles gelijk verdeeld worden.
Met de schepping kwamen er namen.
Maar toen er eenmaal namen waren,
werd het ook nodig te weten op welk moment te stoppen.
Door te weten te stoppen kan onheil worden vermeden.
De Tao in vergelijking tot onze wereld is als de oceaan en
grote rivieren in vergelijking tot een klein beekje.
Tao Te Tjing
Tekst 32
Reacties
Een reactie posten